Sint-Michaëlkerk
- Voornamelijk gotisch
- 12de eeuw, vergrotingen in 13de en 15de eeuw
- Protestants
- Sacramentshuis, preekstoel, herenbanken
Wel eens een kerk met een cel gezien? De Sint-Michaëlkerk heeft er een onder de toren, waarschijnlijk uit 1708. In het hounegât (hondengat) werden plaatselijke deugnieten opgesloten, vooral in de Franse tijd.
Maar de kerk heeft meer bijzonderheden. Zoals een prachtig sacramentshuisje (hostiebewaarplaats). Veel sacramentshuisjes moesten het tijdens de beeldenstorm ontgelden, maar die van Anjum bleef gespaard. Vlak voor het koor vind je ook een hagioscoop: een smal toelopende nis waardoor bijvoorbeeld besmettelijke zieken de dienst van buiten de kerk konden volgen.
Ook het meubilair is de moeite waard. Bekijk onder meer de fraai versierde herenbanken (waarvan twee overhuifd), de mooie psalmborden uit 1745 en de preekstoel met klankbord uit 1666. Vergeet ook niet het Van Dam-orgel uit 1875.
Kijk als je weer buiten bent nog eens goed naar de toren. Je kunt zien dat de toren verhoogd is (vijftiende eeuw). De top is nadien nog eens vervangen; een orkaan blies de toren in 1681 door het dak van de kerk. Daarna is ook het houten tongewelf aangebracht.
Extra Informatie:
Op een hoge terp kwam in het derde kwart van de 12de eeuw de Michaëlskerk tot stand, een tufstenen gebouw met een gereduceerd westwerk. De toren en de nevenruimten vormden daarbij zowel beganegronds als op de verdieping een drieledig overwelfd systeem waarbij de ruimten geopend waren naar het schip. In Anjum is van dit westwerk de zuidzijde bij de verbreding van de kerk verloren gegaan. Uiterlijk is de tufsteenkerk zichtbaar bij de toren en een gedeelte van de noordmuur. De westmuur vertoont stroken tufsteen tussen baksteenreparaties. Aan alle zijden van het torenmuurwerk zitten hoog drieledige, tufstenen, door rondstaven gescheiden spaarvelden die afgesloten worden door rondboogfriezen. De toren is in de 15de eeuw verhoogd in baksteen, gemetseld in afwisselende banden van grote rode en kleine gele steen, die speklagen suggereren. Onder de spits wordt het muurwerk bekroond met een korfboogfries met gebeeldhouwde kopjes.
De kerk is in de 13de eeuw verlengd en in de eerste helft van de 15de eeuw aan de zuidzijde verbreed en voorzien van een nieuwe koorsluiting. De zuidmuur en het koor zijn sindsdien geleed door (herstelde) steunberen met ertussen grote spitsboogvensters. De noordmuur heeft slechts enkele grote vensters en 19de-eeuwse steunberen. Na een orkaanramp in 1681, waarbij de torentop door het dak sloeg, is alles gerepareerd en werd het houten tongewelf aangebracht.
In het ruime interieur wordt de aandacht getrokken naar het prachtige 16de-eeuwse sacramentshuis in het noordoosten. Het is een bakstenen huisje met een geveltopje op een rechthoekige, geprofileerde omlijsting. In de spitsbogige nis is een timpaan met een flamboyante tracering van roze zandsteen verwerkt. Het meubilair is deels 17de-eeuws. De preekstoel met klankbord is in 1666 vervaardigd door Jacob Cornelis. Twee overhuifde herenbanken vertonen eenzelfde renaissanceaanpak. Tegenover de preekstoel staan twee 18de-eeuwse herenbanken met versierde achterschotten. De koorwanden hebben beneden grote en diepe nissen die mede een liturgische functie hebben gehad. De fraaie psalmborden dateren uit 1745. Het orgel is in 1875 gebouwd door L. van Dam & Zn.