Sint-Nicolaaskerk
- Laatgotisch
- Begin 16de eeuw, toren late 13de eeuw
- Protestants
- Grafzerken, preekstoel, kerkbaken, orgel
Deze grote kerk is bijzonder mooi gelegen op een ruim kerkhof met een gracht eromheen. Het gebouw bestaat grotendeels uit gele moppen van de voormalige dertiende-eeuwse kerk. Waar de zuidmuur maar liefst zeven grote spitsboogvensters heeft, vind je er in de noordmuur maar drie. Onder het eerste van de zuidelijke vensters is de ingang aangebracht. Deze is korfbogig en heeft een barokke bekroning. De flinke toren is in de zeventiende eeuw verhoogd. Sporen van de voormalige galmgaten zijn nog zichtbaar.
Binnen valt direct de wand op die het koor en schip scheidt; deze kwam er in de negentiende eeuw. Hier is de preekstoel uit 1659 tegenaan geplaatst. De mooie wand onder het orgel (1840) lijkt van dezelfde periode. Bijzonder zijn de gebeeldhouwde zerken in de kerkvloer. Daarbij een portretzerk van priester Kempo Hottinga, mogelijk van de hand van meester Benedictus Gerbrandtsz.
Extra informatie:
De grote kerk met kloeke toren is bijzonder mooi gelegen op een ruim, ovaal en geheel omgracht kerkhof. Het schip met het vijfzijdig gesloten koor is kenmerkend laatgotisch. De kerk werd in het begin van de 16de eeuw grotendeels gebouwd van hergebruikte gemêleerd gele moppen van de oude 13deeeuwse kerk. Het schip is zeven traveeën diep tussen eenmaal versneden steunberen. Inclusief de boven de ingangen ingekorte vensters staan er dan ook zeven spitsboogvensters in de zuidmuur, maar de noordmuur heeft slechts drie grote vensters. Ze hebben kozijnen en roeden uit het begin van de 19de eeuw. In het zuidoostelijke koorvak is de oorspronkelijke zandstenen vorktracering in een dichtgezet venster te zien. Onder de vensters loopt rondom een zandstenen waterlijst. In de zuidelijke muur staat in het westelijke vak een meervoudig geprofileerde korfbogige ingang uit ongeveer 1600 die in 1664 een barokke bekroning kreeg. In de noordelijke muur staat een niet al te oude rondbogige ingang in het westelijke travee en in het volgende vak een fraaie, dichtgemetselde ingangspartij: een poort gedekt door een segmentboog en daarboven een korfbogige nis met een diepe beeldnis. Het geheel is rechthoekig omkaderd. De toren is in de late 13de eeuw ongeleed gebouwd en is in de 17de eeuw een stuk verhoogd. De oude galmgaten zijn dichtgezet en er zijn nieuwe gemaakt in de nieuwe geleding.
Inwendig is het koor in de 19de eeuw van het schip afgescheiden. Het schip is gedekt door een houten tongewelf dat in dezelfde periode gestukadoord is. In de kerkvloer ligt een aantal belangrijke gebeeldhouwde zerken, waaronder een portretzerk voor de priester Kempo Hottinga die in 1536 mogelijk door de meester Benedictus Gerbrandtsz. is gehouwen en een zerk voor Sydts van Botnia die Vincent Lucas in 1550 met veel renaissancesier maakte. De preekstoel met klankbord en getordeerde hoekzuilen en gekorniste panelen aan de kuip is in 1659 vervaardigd. De fraaie afscheidingswand onder het orgel lijkt in dezelfde tijd gemaakt te zijn. Het orgel is in 1840 door Willem van Gruisen gebouwd.